Archief voor November, 2010

Kaastaart met witte chocolade – licht en luchtig

Nodig voor 6 tot 8 p

180 g speculaas of chocoladekoekjes (beide alternatieven zijn lekker)

80 g gesmolten boter

1,25 dl melk

150 g witte chocolade (Côte D’Or in blok)

250g zachte roomkaas (Campina Brabantse Plattekaas – Rotzelaer is zeer lekker hiervoor)

3 dl room (Campina Vol & Romig laat zich mooi opkloppen)

6 blaadjes gelatine (2g per stuk)

4 el vers sinaassap

2 el suiker

Bereiding

Bedek een springvorm van 20 cm doorsnee met plastiek folie (maakt het afnemen van de springvorm zeer makkelijk). Plaats de bedekte springvorm op een taartschotel (best een platte zodat je ze makkelijk in de koelkast kan plaatsen).

Maal de koekjes zeer fijn (in een blender bv) en vermeng ze met de gesmolten boter. Druk dit mengsel met de achterkant van een lepel aan op de taartschotel in de springvorm, zorg ervoor dat de randjes volledig dicht zijn. Laat dit een half uurtje afkoelen in de koelkast.

Warm de melk met de witte chocolade zachtjes op tot je een glad mengsel bekomt, laat even afkoelen.

Klop de roomkaas met de suiker romig met een mixer. Voeg de slagroom toe en klop tot het mengsel indikt. Voeg al kloppend het chocolademengsel toe. Verwarm het sinaassap tot het bijna kookt en los de in water geweekte gelatineblaadjes erin op, roer stevig met een vork. Even laten afkoelen en dan met een klopper dit aan het kaasmengsel toevoegen. Giet de vulling in de springvorm en zet minstens een paar uur in de koelkast (best een dag op voorhand maken).

Haal de springvorm van de taart. Je kan voor het serveren de taart versieren met chocolade krullen of staafjes, of met aardbeien en munt bv.

Laat het smaken.

Citroencake met kruimels – heerlijk tussendoortje

Nodig

125g boter (ik werk altijd met Planta)

sap van een halve citroen

165g suiker

2 eieren

110g bloem

75g zelfrijzende bloem

4 el melk

Voor de kruimellaag:

2 el suiker

2 el bloem

30g boter

sap van een kwart citroen

2 el gemalen amandelen

Bereiding

Verwarm de oven op 160°.

Neem een rechthoekige bakvorm en beleg deze met bakpapier (maakt het uithalen van de cake gemakkelijker).

Maak eerst de kruimellaag: meng suiker en bloem, wrijf de boter in stukjes erdoor met je vingertoppen, voeg citroensap en gemalen amandelen toe en meng nog eens goed met je vingers. Zet dit even in de koelkast.

Voor de cake:  klop de boter, citroensap,  suiker romig met een mixer. Voeg de eieren één voor één toe en meng telkens goed. Zeef beide bloemsoorten over het mengsel en meng goed met een roerlepel, voeg de melk toe en roer nog eens goed.

Giet het beslag in de cakevorm. Strooi de kruimellaag over het deeg.

Bak de cake gedurende 1 uur, check of de cake gaar is met een priem.

Laat de cake afkoelen op een rooster en bewaar in een cakedoos.

Smakelijk.

Sachertorte – genieten alsof je echt in Wenen zit

Nodig voor een grote taart – ongeveer 10p

225g pure chocolade (Callebaut callets zijn hiervoor best geschikt, verkrijgbaar in meeste supermarkten, in Colruyt vind je pakken van 2,5 kg voor grootverbruikers zoals wij)

150g boter

115g suiker

8 eieren

115g bloem

1 tl bakpoeder

voor abrikozenglazuur:

225g abrikozenconfituur

1 el vers citroensap

voor chocoladeglazuur:

110g pure chocolade (opnieuw zijn callets best geschikt)

100g suiker

1 el kandijsiroop

1,25 dl slagroom

1 tl vanille-essence

Bereiding

Verwarm de oven op 180°.

Zet een springvorm van 23 cm diameter klaar, leg bakpapier op de bodem, plaats de ring erop en smeer de rand in met boter en bestuif met bloem.

Laat de chocoladecallets smelten (kan perfect op een inductiekookplaat op stand 4, op andere vuren misschien beter au bain marie) en neem ze van het vuur.

Klop de boter met de suiker tot een luchtig mengsel. Voeg de eidooiers een voor een toe en klop telkens goed.

Klop de gesmolten chocolade erdoor.

Zeef de bloem met bakpoeder boven de kom en schep voorzichtig door het mengsel.

Klop de eiwitten stijf en schep deze voorzichtig onder het deeg.

Schep het deeg in de springvorm en laat 50 min bakken of tot de taart stevig aanvoelt.

Haal de taart uit de vorm (met een springvorm is dit supergemakkelijk) en laat deze op een rooster afkoelen.

Maak het abrikozenglazuur door de abrikozenconfituur met het citroensap op te warmen bv in een kommetje in de microgolfoven. Eventueel kan je dit dan zeven maar ik vind het wel lekker als er nog stukjes abrikoos in zitten.

Snijd de taart in twee gelijke schijven. Bestrijk van één stuk de bovenkant in met abrikozenglazuur. Zet beide schijven weer op elkaar. Strijk nu ook de bovenkant en de zijkanten van de taart in met abrikozenglazuur.

Maak het chocoladeglazuur door de chocoladecallets, suiker, kandijsiroop, slagroom en vanille-essence te smelten op een laag vuur. Blijf roeren tot je een mooie gladde massa hebt. Laat het dan 3 to 4 min zachtjes sudderen zonder te roeren. Giet het glazuur nu voorzichtig over de taart en smeer het met een mes uit zodat alles bedekt is, snel doorwerken is de boodschap want het glazuur stolt snel.

Smakelijk!

Krakende schuimpjes – als je van zoet houdt

Nodig

4 eiwitten

200g kristalsuiker

eventueel 1 eetlepel puur cacaopoeder (bv Kwatta)

Bereiding

De eiwitten tot vaste sneeuw kloppen (met een kenwood keukenrobot gaat dit zeer makkelijk). Voor de sneeuw te vast wordt de suiker beetje bij beetje toevoegen terwijl je blijft kloppen. Wanneer het eiwit in pieken blijft hangen aan de klopper is het goed.

Eventueel kan je aan een deel van het eiwit een lepel gezeefd cacaopoeder toevoegen voor “chocolade-schuimpjes”.

Met een spuitzak (plastiek wegwerpspuitzakken, verkrijgbaar bij Aveve in de bakafdeling, zijn superhandig hiervoor).

Op een bakmatje op een bakplaat kleine hoopjes eiwit spuiten (je kan naar keuze rondjes, toefjes, staafjes, … maken, alleen ervoor zorgen dat ze ongeveer allemaal even dik zijn zodat de droogtijd voor allemaal ongeveer gelijk is).

Met deze hoeveelheid kan je ongeveer twee bakplaten vullen.

De bakplaten ongeveer 1,5u à 2u in een oven van 100° zetten zodat de schuimpjes kunnen drogen. Als de binnenkant droog is zijn ze klaar. Eentje proberen is de beste test.

Smakelijk.

Appelmuffins met kaneel – echt winters

Nodig  voor 16 kleine muffins

225g zelfrijzende bloem

150g gewone bloem

1 1/2 tl bakpoeder

2 tl kaneel

3 el suiker

155g boter (of planta wat ik altijd gebruik)

3 el vloeibare honing (acaciahoning heeft volgens mijn zoon de beste smaak)

2 eieren

1,7 dl melk

3 appels (mogen groen zijn, vrij hard, maar kan ook met jonagold bv)

1 tl kaneel extra

1 tl suiker extra

Bereiding

De oven voorverwarmen op 200° C.

Bloem, bakpoeder, kaneel, suiker in een kom zeven en een kuiltje maken in het midden.

Boter en honing op eenlaag vuur smelten, blijven roeren tot een gladde massa ontstaat, dan van het vuur halen.

Eieren en melk apart in een kommetje loskloppen.

Botermengsel, eiermengsel, en de stukjes geschilde appel in het kuiltje doen. Roeren met een lepel tot alles gemengd is. Niet te lang roeren, het deeg mag best nog wat klonterig zijn.

Een muffinvorm klaarmaken met papieren bakvormpjes (of invetten maar dat is niet zo praktisch).

De extra suiker met extra kaneel vermengen (en iedereen in de buurt in het oog houden dat ze hier af blijven, is superlekker).

Elk vormpje tot driekwart vullen. Bestrooien met het suiker-kaneel mengsel.

20-25 min bakken, een priem moet droog uit het deeg komen.

De muffins 10 minuutjes in de vorm laten staan en ze dan op een rooster leggen om af te koelen. Bewaren in een afgesloten koekendoos.

Smakelijk.